- Berichten
- 352
Een lang weekend vrij? Dan gaat bij ons de barbecue aan. Gisteren stonden er Angus short ribs op het menu, bereid volgens een klassiek recept van Big Bob Gibson. En dat stelde niet teleur.
Ik begon met het trimmen van de ribben en heb ze daarna in losse stukken gesneden. Vervolgens goed ingewreven met een rub van zout, peper, donkere basterdsuiker, oregano, knoflook, tijm en een beetje gember.
De Weber heb ik klaargemaakt voor indirect barbecueën, met een snake-setup. De temperatuur lag rond de 120 graden. De short ribs gingen er zo’n 2,5 uur op, tot ze een kerntemperatuur van 71 graden hadden bereikt.
Ondertussen maakte ik een ‘stock’ om straks mee te stomen: runderbouillon, sojasaus, een sjalotje en een scheutje worcestershiresaus.
Toen de ribs op temperatuur waren, heb ik ze in folie gewikkeld, vleeskant naar beneden, met wat van de warme stock erbij. Daarna gingen ze nog anderhalf uur terug op de barbecue, tot ze 93 graden kerntemperatuur hadden. Toen waren ze perfect: botermals, maar nog stevig genoeg. Vervolgens heb ik ze in een koelbox gelegd om even goed te laten rusten.
In de tussentijd de barbecue wat opgestookt en champignonspiezen klaargemaakt. Die hadden een marinade van sojasaus, knoflook, peterselie en balsamico.
Even kort gegrild, en daarna heb ik de ribs nog heel even terug op het rooster gelegd. Indirect zodat de buitenkant iets kon opdrogen.
Het resultaat? Echt top. De ribs waren een stuk minder vet dan de vorige keer. Het vet zat mooi verdeeld door het vlees, wat ze sappig hield maar niet té vet maakte. Doordat ik ze in losse stukken had gesneden, had elk stuk een mooie korst en veel smaak. En de champignons pasten er verrassend goed bij. Die maken we vaker.
Ik begon met het trimmen van de ribben en heb ze daarna in losse stukken gesneden. Vervolgens goed ingewreven met een rub van zout, peper, donkere basterdsuiker, oregano, knoflook, tijm en een beetje gember.
De Weber heb ik klaargemaakt voor indirect barbecueën, met een snake-setup. De temperatuur lag rond de 120 graden. De short ribs gingen er zo’n 2,5 uur op, tot ze een kerntemperatuur van 71 graden hadden bereikt.
Ondertussen maakte ik een ‘stock’ om straks mee te stomen: runderbouillon, sojasaus, een sjalotje en een scheutje worcestershiresaus.
Toen de ribs op temperatuur waren, heb ik ze in folie gewikkeld, vleeskant naar beneden, met wat van de warme stock erbij. Daarna gingen ze nog anderhalf uur terug op de barbecue, tot ze 93 graden kerntemperatuur hadden. Toen waren ze perfect: botermals, maar nog stevig genoeg. Vervolgens heb ik ze in een koelbox gelegd om even goed te laten rusten.
In de tussentijd de barbecue wat opgestookt en champignonspiezen klaargemaakt. Die hadden een marinade van sojasaus, knoflook, peterselie en balsamico.
Even kort gegrild, en daarna heb ik de ribs nog heel even terug op het rooster gelegd. Indirect zodat de buitenkant iets kon opdrogen.
Het resultaat? Echt top. De ribs waren een stuk minder vet dan de vorige keer. Het vet zat mooi verdeeld door het vlees, wat ze sappig hield maar niet té vet maakte. Doordat ik ze in losse stukken had gesneden, had elk stuk een mooie korst en veel smaak. En de champignons pasten er verrassend goed bij. Die maken we vaker.